Misleidende verpakking: uitspraak van de rechtbank vraagt om duidelijkheid voor consumenten!
Een uitspraak van de regionale rechtbank van Hamburg gaat in op de misleidende praktijk van misleidende verpakkingen voor voedingsmiddelen en cosmetische producten.

Misleidende verpakking: uitspraak van de rechtbank vraagt om duidelijkheid voor consumenten!
De consumentenbescherming heeft opnieuw voor opschudding gezorgd. Uit de huidige oordelen over zogenaamde misleidende verpakkingen blijkt duidelijk dat fabrikanten in de toekomst duidelijkere informatie zullen moeten verstrekken wanneer zij de inhoud van hun producten wijzigen. Dit blijkt uit een uitspraak van de regionale rechtbank van Hamburg, die op 13 februari 2024 een precedent over de kwestie schiep. Hieruit ontstond de eis dat bij vermindering van de vulhoeveelheid ook de verpakking dienovereenkomstig moet worden aangepast. Dat meldt de website VZHH, die in haar artikel de aandacht vestigt op de problemen die consumenten de laatste tijd hebben gehad met diverse producten.
Een specifiek voorbeeld is de zaak tegen Upfield. Hierbij werd kritiek geuit op het feit dat de vulhoeveelheid van Sanella-margarine werd verlaagd zonder dat de verpakking werd aangepast. Consumenten voelden zich bedrogen en klaagden over het bedrog van Mondelez, wiens producten, waaronder de populaire Milka-chocolade, meerdere malen zijn uitgeroepen tot misleidend pakje van de maand.
De wettelijke basis
Op 29 mei 2024 oordeelde het Federale Hof van Justitie dat een product als een misleidende verpakking wordt beschouwd als het slechts voor ongeveer tweederde vol is. Consumenten moeten erop kunnen vertrouwen dat de verpakking in verhouding staat tot de werkelijke inhoud. Dit principe kwam duidelijk naar voren in een recent geval waarbij de mannenwasgel van een cosmeticabedrijf betrokken was. Ondanks het aanvankelijke succes van de beklaagde bij de regionale rechtbank, verwierp het Federale Hof van Justitie de beslissing en riep op tot een herbeoordeling op basis van het bewijs van misleiding. Dit laat zien hoe gewetensvol de rechtbanken in dergelijke gevallen zijn.
De beslissing van de BGH is onder meer gebaseerd op artikel 43, lid 2 MessEG. Het maakt duidelijk dat er een verbod geldt op misleidende verpakkingen om consumenten te beschermen tegen valse verwachtingen. Ook al hoeft een verpakking door technische omstandigheden niet altijd in verhouding te staan tot de inhoud, het uitgangspunt blijft dat fabrikanten transparant moeten zijn. Uit onderzoek is gebleken dat bedrijven als Mondelez wetten vaak misbruiken om marketingstrategieën toe te passen die consumenten kunnen verwarren of misleiden.
Eisen van consumentenadvocaten
De consumentenbeschermingsverenigingen roepen daarom op tot bindende richtlijnen van de wetgever. Als producten een kleinere vulhoeveelheid hebben, is duidelijke etikettering vereist. Bijzonder interessant is de suggestie dat deze informatie na een reductie minimaal zes maanden zichtbaar blijft. Het doel is om consumenten beter te informeren en hen te beschermen tegen mogelijke misleiding.
De jurisprudentie is unaniem: consumenten hebben het recht geïnformeerd te worden over de daadwerkelijke vulhoeveelheid, in plaats van geconfronteerd te worden met te grote verpakkingen die een vals beeld uitstralen. Gezien het aantal klachten over Mondelez en andere bedrijven is het te hopen dat deze ontwikkelingen zullen leiden tot meer transparantie in de handel.
Voor consumenten die frauduleuze verpakkingen vermoeden, is de juridische weg duidelijk: zij kunnen hun rechten doen gelden en indien nodig juridische hulp inroepen. Consumenten moeten niet bang zijn om deze schendingen te melden, want uiteindelijk zijn zij degenen die verandering kunnen bewerkstelligen.
Ferner-Alsdorf beschrijft de belangrijke beslissing van BGH...