Deportatie van Mehmet Çakas: Rode Hulp luidt de noodklok voor Koerdische rechten!
Red Aid roept op tot opschorting van de deportatie van de Koerdische activist Mehmet Çakas naar Turkije vanwege zorgen over de mensenrechten.

Deportatie van Mehmet Çakas: Rode Hulp luidt de noodklok voor Koerdische rechten!
In een zorgwekkende oproep heeft de Rode hulp aan het publiek en roept op tot de onmiddellijke opschorting van de dreigende deportatie van de Koerdische activist Mehmet Çakas naar Turkije. Deze maatregel zou volgens de organisatie een gevaarlijk precedent kunnen scheppen en een bedreiging vormen voor de fundamentele rechten van politiek actieve Koerden in Duitsland. Volgens Anja Sommerfeld, woordvoerster van Red Aid, is de aanstaande deportatie een alarmerend signaal dat de Duitse autoriteiten bereid zijn mensen uit te leveren aan een regime dat oppositiefiguren brutaal vervolgt.
Mehmet Çakas, die in april 2024 door het Hogere Regionale Hof van Celle tot gevangenisstraf werd veroordeeld wegens lidmaatschap van de Koerdische Arbeiderspartij (PKK), gaat een onzekere toekomst tegemoet. Hij werd ervan beschuldigd tussen 2019 en 2021 als regionaal ambtenaar in Bremen te hebben gewerkt, zonder dat er specifieke misdaden waren bewezen. Hoewel zijn reguliere vrijlating uit de gevangenis gepland is voor oktober 2024, kan hij op elk moment worden uitgezet, wat Red Aid onaanvaardbaar acht.
Oproep tot bescherming tegen marteling
Gezien de aanhoudende mensenrechtenschendingen in Turkije staat Rote Hilfe niet alleen met haar zorgen. Zoals uit verschillende rapporten blijkt, is de situatie van Koerdische gevangenen in Turkije de afgelopen jaren aanzienlijk verslechterd. Volgens een rapport van de Turkse Mensenrechtenstichting TIHV Sinds 2014 hebben ruim 7.500 mensen of hun familieleden aangifte gedaan van marteling, waarbij het merendeel van de klachten in de afgelopen zes jaar is ontvangen. Wat bijzonder alarmerend is, is dat de slachtoffers van martelingen vaak politieke gevangenen zijn die vanwege hun omstandigheden gevangen zitten. Het aandeel van de Koerdische etnische identiteit onder de getroffenen is onevenredig hoog.
Een bijzonder moeilijke zaak laat de situatie duidelijk zien: een Koerd waarvan bewezen is dat hij in Turkije is gemarteld, wordt ook geconfronteerd met een dreigend uitzettingsbevel. De Federaal Bureau voor Migratie en Vluchtelingen (BAMF) erkent de marteling, maar vraagt zich tegelijkertijd af of deze gebaseerd was op politieke overtuigingen. Critici, zoals advocaat Roland Meister, beschuldigen de BAMF ervan marteling ten onrechte te relativeren.
Politiek debat en komende rechtszittingen
Rote Hilfe beschouwt de mogelijke deportatie van Çakas en andere Koerdische activisten als een enorme inmenging in hun politieke betrokkenheid in Duitsland. Volgens hen zou deze maatregel opnieuw repressieve maatregelen tegen politiek actieve Koerden kunnen aanmoedigen. Naast het opschorten van de deportatie roept Rote Hilfe ook op tot erkenning van de asielaanvraag van Çakas, die door de BAMF werd afgewezen. Er loopt een hoger beroep voor de hoorzitting, waarvan de hoorzitting is gepland op 8 september 2024.
In een klimaat van toenemende repressie in Turkije, waar autoritarisme en minachting voor mensenrechtennormen aan de orde van de dag zijn, wordt de vraag hoe Duitsland met dergelijke gevallen omgaat steeds urgenter. Strengere maatregelen van de regering onder president Recep Tayyip Erdogan dragen bij aan de voortzetting van martelingen en mishandeling, wat ook tot uiting komt in de ontoereikende rechtsstaat in Turkije.
Het komende debat over de deportatie van Mehmet Çakas zou niet alleen zijn lot kunnen bepalen, maar ook verstrekkende gevolgen kunnen hebben voor de Koerdische gemeenschap in Duitsland. Zullen de relevante autoriteiten inzien dat zij met dit besluit gevaarlijk terrein betreden, of zal de roep om een meer mensenrechtenvriendelijk beleid genegeerd blijven worden? De ontwikkeling blijft erg spannend om naar te kijken.