Vogelgriepschok: 150.000 kippen in Vechta moeten gedood worden!
De vogelgriep verspreidt zich in Nedersaksen: bijna 150.000 kippen moeten worden gedood en veel boerderijen worden getroffen.

Vogelgriepschok: 150.000 kippen in Vechta moeten gedood worden!
De vogelgriep, een ernstig probleem voor de landbouw in Nedersaksen, verspreidt zich snel. In het district Vechta moeten in totaal bijna 150.000 leg- en kalkoenkippen worden gedood vanwege twee bevestigde uitbraken. De eerste infectie werd vastgesteld in de gemeenschap van Goldenstedt, gevolgd door een ander geval in een district van de stad Vechta. Het doden van deze dieren wordt al voorbereid omdat de situatie ernstig is. Terwijl Nedersaksen met 17 bedrijven de meeste gevallen kent, zijn er ook uitbraken gemeld in tien andere deelstaten. Hier is de vogelgriep, officieel bekend als HPAIV (H5N1), een zeer besmettelijke en vaak dodelijke virusziekte bij dieren gebleken, die symptomen veroorzaakt zoals hoge koorts, verlies van eetlust en kortademigheid. Volgens het Robert Koch Instituut bestaat er momenteel echter een zeer laag risico voor de mens.
Maar een blik op de cijfers laat de omvang van de crisis zien: sinds het begin van de aanhoudende epidemie zijn in Nedersaksen al meer dan 150.000 dieren gedood. Alleen al op vrijdag werden vier nieuwe uitbraken gemeld op boerderijen, waarbij één geval 130.000 dieren trof. In de gemeente Lutten staan 130.000 legkippen op de hitlijst, terwijl in Vechta nog eens 13.150 kalkoenkippen geruimd moeten worden. De druk op pluimveehouders neemt toe, die vanwege de situatie oproepen tot landelijke verplichte stallen om de dieren te beschermen en te voorkomen dat het virus zich verder verspreidt. Verschillende wijken zoals Cloppenburg, Diepholz, Emsland, Heidekreis en Stade worden momenteel ook getroffen. Het district Cloppenburg heeft met zeven gevallen de meeste uitbraken geregistreerd.
Beschermende maatregelen en economische gevolgen
Minister van Landbouw Miriam Staudte (Groenen) spreekt over regionaal verschillende uitbraken en benadrukt de economische druk achter de roep om verplichte stallen. Saarland is de eerste deelstaat die binnenkort een verplichting oplegt voor het houden van pluimvee in stallen. Een ander teken van urgentie is het verzoek van het federale ministerie van Landbouw aan de EU om de bovengrens voor compensatiebetalingen te verhogen van 50 euro naar maximaal 110 euro. De helft van het maximumtarief wordt gedragen door de staat en het Nedersaksische Dierenziektefonds, dat bedoeld is om de getroffen boeren ten goede te komen.
De economische gevolgen zijn nu al voelbaar. Er worden stijgende prijzen voor eenden- en ganzenvlees verwacht nu dierentuinen zich voorbereiden op de mogelijke gevolgen van de uitbraak. De voorzitter van de Duitse pluimveesector, Friedrich-Otto Ripke, raadt aan de dieren uit het wild te halen om het risico op infectie te minimaliseren.
Buiten de stallen: Een blik op de wilde vogels
Kranen worden ook bijzonder getroffen onder wilde vogels. Er wordt geschat dat dit jaar al ongeveer 2.000 kraanvogels zijn gestorven aan de vogelgriep, waarvan een groot deel in het noorden van Brandenburg en andere besmette gebieden. De omgang met zieke of dode wilde vogels vereist bijzondere voorzichtigheid en het publiek wordt dringend verzocht dergelijke vondsten aan de relevante autoriteiten te melden. Hygiëneregels voor pluimveehouders moeten strikt worden nageleefd om de gezondheid van de dieren en uiteindelijk ook die van mensen te beschermen.
De vogelgriep blijft een ernstig probleem en het is duidelijk dat actie nodig is. De regionale voorschriften en aanbevelingen mogen niet worden onderschat om de verspreiding van het virus te stoppen en de landbouw in Nedersaksen in deze uitdagende tijden te ondersteunen.
Over het geheel genomen lijkt het erop dat de vogelgriep een veelomvattende uitdaging vormt voor de pluimveesector, en zowel economische als gezondheidsrisico's met zich meebrengt. De roep om meer beschermende maatregelen wordt steeds luider en is essentieel om de situatie onder de knie te krijgen en grotere schade te voorkomen.