Baanbrekend project op zee: Eerste waterstof rechtstreeks uit windenergie!
Bremerhaven test een drijvend platform voor de offshore productie van waterstof uit windenergie. Project H2Mare gestart.

Baanbrekend project op zee: Eerste waterstof rechtstreeks uit windenergie!
Op de Noordzee zou binnenkort een nieuw hoofdstuk in de brandstofproductie kunnen worden geopend. Het H2Mare-project ontwikkelt een drijvend platform dat synthetische brandstoffen uit hernieuwbare energie rechtstreeks in zee gaat produceren. Deze innovatieve aanpak zou baanbrekend kunnen zijn voor de toekomstige energievoorziening en mobiliteit. Luidruchtig Logistiek vandaag Hiervoor wordt offshore windenergie gebruikt, die aanzienlijk minder volatiel is dan de onshore tegenhangers.
De offshore systemen leveren een hoger vermogen van circa vijf megawatt dan de onshore systemen, die circa 3,5 megawatt bereiken. Het probleem van de dure onderzeese kabels die nodig zijn om elektriciteit te transporteren, zou kunnen worden vermeden door energie direct bij de bron te gebruiken. Projectcoördinator Roland Dittmeyer legt uit dat het voor één gigawatt aan output nodig is om een kabel aan te leggen, waarvan de kosten voor windparken ver weg kunnen oplopen tot vier miljard euro. Het drijvende platform zou deze hoge kosten tot slechts een tiende kunnen terugbrengen.
Het platform en zijn functie
In de geplande testfase, die in Bremerhaven is begonnen, zal het platform worden uitgerust met een direct air capture-systeem dat CO2 uit de lucht haalt en een hoge-temperatuur-elektrolysesysteem om synthesegas te produceren. Dit synthesegas wordt vervolgens verder verwerkt in Fischer-Tropsch-producten om groene brandstoffen te verkrijgen. Het hele systeem wordt 24 uur per dag onderhouden door zes mensen en wordt elke twee weken teruggebracht naar de haven. Deze tests verlopen afhankelijk van het weer en zullen naar verwachting in totaal zes tot zeven weken duren.
Een ander hoogtepunt is de geplande productie van e-fuels. Elke dag wordt er één vat (dat is 159 liter) van deze synthetische brandstoffen geproduceerd. Onderzoekers hopen dat het ‘H2Mare’-platform, dat in januari werd opgezet, waardevolle inzichten zal opleveren in de dagelijkse geschiktheid van dergelijke systemen onder reële omstandigheden op volle zee. Waterstof leidt projecten legt uit dat hiervoor water, CO2 en stikstof nodig zijn, die direct ter plaatse moeten worden gewonnen.
Komende uitdagingen en kansen
Een van de grootste uitdagingen zal de financiering van de productie na 2025 zijn, nadat het project is gefinancierd door het federale ministerie van Onderwijs en Onderzoek. Dittmeyer vervolgt dat de industrie in eerste instantie zal moeten vertrouwen op Europese financiering om de risico's en kosten onder controle te krijgen. De potentie voor waterstofproductie op zee laat zien dat met de toename van windturbines in zee ook de mogelijkheden voor het inzetten van windenergie toenemen.
Maar het onderzoek staat niet stil: na de testfase streven de exploitanten ernaar om over ongeveer vijf jaar de eerste commerciële platforms te implementeren. Deze zouden dan de productie aanzienlijk kunnen verhogen en zo de energievoorziening op het gebied van duurzame brandstoffen radicaal kunnen veranderen. Luidruchtig Karlsruhe Instituut voor Technologie De eerste brandstofproductie op zee wordt al in 2025 verwacht.
Over het geheel genomen laat het zien dat het H2Mare-project, gecombineerd met de voordelen van offshore windenergie, een brug zou kunnen slaan naar een duurzamere energietoekomst. De komende maanden en jaren zullen van cruciaal belang zijn voor het bewijzen van de haalbaarheid en geschiktheid voor dagelijks gebruik van deze nieuwe technologieën.