Duitse marine begint met de bouw van nieuwe vlootserviceboten - Een nieuwe koers!

Duitse marine begint met de bouw van nieuwe vlootserviceboten - Een nieuwe koers!

De Duitse marine investeert in haar toekomst: vandaag is het bedrijf NVL (Naval Vessels Lürssen) begonnen met de bouw van de tweede van drie nieuwe vlootserviceboten op de Peene-scheepswerf in Wolgast. Deze stap ligt enkele maanden vóór het oorspronkelijk geplande tijdsbestek, wat de verantwoordelijken hoop geeft. De nieuwe boten zijn elk maar liefst 130 meter lang en zullen naar verwachting vanaf 2029 de verouderde “Oste”-klasse, die sinds 1988 in gebruik is, vervangen. Voor de totale opdracht was een volume van ongeveer 3,26 miljard euro gepland, inclusief een trainingsfaciliteit, aangezien Welt rapporteert.

De behoefte aan deze nieuwe boten wordt vooral benadrukt door de huidige geopolitieke situatie. Vice-admiraal Axel Deertz benadrukt dat de nieuwe technologie essentieel is voor de veiligheidsmaatregelen. Generaal-majoor Jürgen Setzer beschrijft de boten als essentieel voor verkenning in het elektromagnetische spectrum.

Fregatbouw – een crisis met vele facetten

Maar niet alles verloopt vlekkeloos bij de Duitse marine. Parallel aan de bouw van de vlootserviceboten komt de voortgang van het fregatproject, de nieuwe klasse F126-fregatten, in gevaar. De kiel voor het eerste van deze fregatten werd in december 2023 gelegd, maar de bouw vorderde langzaam. Damen Naval, de algemene aannemer, wordt geconfronteerd met enorme ontwerpsoftwareproblemen die aanzienlijke vertragingen veroorzaken. Marineforum meldt dat de oplevering van het eerste fregat, oorspronkelijk gepland voor 2028, nu zou kunnen worden uitgesteld tot ten minste 2031.

In deze gespannen situatie wordt nu besproken of het F126-project moet worden geannuleerd, ook al is er al ruim 1,8 miljard euro geïnvesteerd. De Federale Begrotingscommissie heeft als alternatief de mogelijkheid gecreëerd dat TKMS zes Meko A200-fregatten zou kunnen bouwen in plaats van de F126. Hoewel deze minder krachtig zijn, bieden ze het voordeel dat ze kosteneffectiever en sneller kunnen worden gebouwd.

Politieke beslissingen en toekomstperspectieven

De achtergrond van deze ontwikkelingen is complex. Maritiem inspecteur Jan Christian Kaack heeft zich uitgesproken voor de verdere bouw van F126's, terwijl de federale overheid tegelijkertijd ook van plan is het aantal fregatten uit te breiden naar zes. De omvang van het bewapeningsproject bedraagt ​​daarmee drie miljard euro. Volgens Kreiszeitung zullen de nieuwe schepen ook worden gebruikt voor de jacht op onderzeeërs, het beschermen van zeeroutes en het ondersteunen van speciale troepen.

De uitdagingen in het F126-project roepen politieke en juridische vragen op. Als het project wordt geannuleerd, kan dit niet alleen leiden tot financiële verliezen voor de betrokken bedrijven, maar ook verstrekkende gevolgen hebben voor de Europese defensie-industrie. Ook rijst de vraag hoe Duitsland zijn militaire capaciteiten zo snel mogelijk kan opwaarderen in het licht van de geopolitieke spanningen. Oplossingen zoals een snellere aanschaf van de Meko-fregatten en onderzoek naar onbemande systemen om de hiaten in de capaciteit te overbruggen, staan ​​ter discussie.

Het zal daarom spannend zijn om te zien welke beslissingen de federale regering in de nabije toekomst zal nemen om de Duitse marine op moderne maatstaven te brengen, terwijl tegelijkertijd de geopolitieke uitdagingen niet afnemen.