Vecht voor het cijfer: examenkandidaten klagen aan tegen examenresultaten in Göttingen!
Een examinandus in Lüneburg vecht voor toelating tot het mondeling examen, nadat hij opnieuw gezakt is voor het tweede staatsexamen.

Vecht voor het cijfer: examenkandidaten klagen aan tegen examenresultaten in Göttingen!
Een spannende wending in het examenrecht zorgt voor discussie in academische kringen. Bij een examinandus die schriftelijk zakte voor het tweede staatsexamen ontstond een juridisch geschil dat representatief is voor de uitdagingen waar veel studenten mee te maken hebben. De beslissing is genomen op 17 juni 2025, nadat de examinandus al een eerste poging had gefaald en nu op weg is naar een nieuwe poging. Zijn stagetraject begon op 1 september 2021.
Na een aanvullende voorbereidingsdienst en een herkeuring in januari 2024 kreeg betrokkene bericht dat hij opnieuw was gezakt. Naar aanleiding van dit nieuws verdedigde hij zich en tekende bezwaar aan. Zijn rechtszaak bij de administratieve rechtbank van Göttingen wacht nu op een beslissing. Tevens heeft de examinandus een verzoek om voorlopige rechtsbescherming ingediend om voorlopig te worden toegelaten tot het mondeling examen. Maar de urgente aanvraag werd door de administratieve rechtbank van Göttingen afgewezen als niet-ontvankelijk.
Geschil over toelating tot het mondeling examen
De reden voor de afwijzing door de VG Göttingen was duidelijk: voorlopige toelating tot het mondeling examen was niet het voorwerp van een bestelprocedure. Tenslotte kan het totaalexamencijfer niet worden vastgesteld conform artikel 12 lid 4 NJAG als de examinandus niet met minimaal “voldoende” de vereiste drie toezichtpapieren heeft behaald. Ook zonder definitieve schriftelijke inlevering is een afwijkingsbesluit van de examencommissie conform artikel 12 lid 5 NJAG niet mogelijk.
Maar de hogere administratieve rechtbank van Lüneburg, waarbij de betrokkene een klacht indiende, besliste anders. Zij heeft vastgesteld dat artikel 12 lid 4 NJAG geen specifieke rekentijd voor het totaalexamencijfer definieert. Dit betekent dat het eindcijfer ook kan worden vastgesteld nadat de juridische procedure juridisch is afgerond. Ook is het denkbaar dat de auditcommissie later een afwijkingsbesluit neemt. Het is belangrijk dat de examinatoren hun totaalindruk ook na de examendag kunnen behouden.
Examenstructuur en de betekenis ervan
Maar wat hoort er eigenlijk bij een mondeling examen? Volgens de Universiteit van Göttingen de structuur is duidelijk geregeld. Het examen is verdeeld in een hoofdvakexamen, dat plaatsvindt in de onderwijsruimte van de spreker, en twee minorvakexamens, die worden afgenomen door minorvakexaminatoren. Interessant is dat een minorvak ook van een andere faculteit aan de Universiteit van Göttingen kan komen.
De eisen aan het hoofdvakexamen zijn hoog: naast een diepgaand wetenschappelijk inzicht is ook het vermogen tot kritische oordeelsvorming vereist. Het is dus geen gemakkelijke test waar de examinatoren hier voor staan. Tot de examenmodaliteiten behoort tevens dat voor elk mondeling examen een protocol wordt opgesteld en dat het cijfer wordt vastgesteld door de examinatoren en beoordelaars.
Uitdagingen in het auditrecht
Het juridische kader rond examens is complex. Examens zijn niet alleen onderdeel van het opleidingsproces, maar ook cruciaal voor de professionele toekomst van de examinandi. Procedureregels zijn van het allergrootste belang. Luidruchtig Teipelwet Procedurefouten kunnen snel binnensluipen, bijvoorbeeld door het negeren van deadlines of door ontoereikende examenvoorwaarden.
De kans dat dergelijke fouten aan het licht komen is vaak klein, omdat inspectie van bestanden in veel gevallen niet voldoende is om ze te bewijzen. De vraag draait om hoe belangrijk de juiste procedure is bij examens en in hoeverre studenten afhankelijk zijn van de rechtmatigheid van de procedures. Het besluit van de OVG Lüneburg zou voor veel examenkandidaten baanbrekend kunnen zijn en een blijvende impact hebben op het examensysteem.