Vrijstelling van bijdragen voor kinderdagverblijven: een geschenk of een gevaarlijke verkiezingscampagne?
Osnabrück is van plan om vanaf 2026 gratis kinderdagverblijven te hebben: de gemeenteraad besluit over een geheime stemming. Kritiek en financiële zorgen blijven bestaan.

Vrijstelling van bijdragen voor kinderdagverblijven: een geschenk of een gevaarlijke verkiezingscampagne?
Bij een geheime stemming heeft de gemeenteraad van Osnabrück een belangrijk besluit genomen: vanaf 1 augustus 2026 worden de vergoedingen voor alle kinderdagverblijven in de stad afgeschaft. Deze beslissing werd genomen door een meerderheid van de gemeenteraadsfracties SPD, Groenen, Volt en Links/Kalla Wefel, maar was niet zonder kritiek. De CDU, de Groenen en Volt beschuldigen de aanhangers van populistische verkiezingsgaven, terwijl burgemeester Katharina Pötter waarschuwt voor negatieve effecten op het stedelijke systeem en het tekort aan geschoolde arbeidskrachten. Volgens Hasepost zijn de financiële middelen en gespecialiseerd personeel nodig om deze ambitieuze maatregel uit te voeren.
De reacties van de oppositie zijn duidelijk. CDU-fractieleider Eva-Maria Westermann en haar collega Marius Keite uiten hun zorgen over de financiële last die het vrij zijn van bijdragen met zich mee zou kunnen brengen. Ze waarschuwen dat de aanvraag voor vrijstelling van leges, die jaarlijks ongeveer 6,8 miljoen euro zou kosten, niet door de deelstaat Nedersaksen zou moeten worden gedragen, maar door de stad zelf. De deelstaat Nedersaksen dekt momenteel slechts ongeveer de helft van de 82 miljoen euro voor kinderopvang, wat in strijd is met het connectiviteitsbeginsel, zoals de CDU opmerkt op haar website.
Financiële uitdagingen
Hoofd Sociale Zaken Wolfgang Beckermann heeft al een alarmerende toon laten horen en gewezen op de behoefte aan extra kinderdagverblijven, wat potentieel zou kunnen resulteren in bouwkosten van 56 miljoen euro en jaarlijkse exploitatiekosten van 12 miljoen euro. Omdat er momenteel veel vraag is naar hoogwaardige kinderopvang in Osnabrück. Het registratiepercentage voor crèchezorg is hier hoger dan in veel omliggende gemeenschappen, en de opvangtijden zijn langer en dus goedkoper, wat voor veel gezinnen een groot voordeel is. Niettemin ziet de CDU ook het gevaar dat als de vergoedingen worden vrijgesteld, veel plaatsen ongebruikt blijven omdat er een gebrek is aan geschoolde arbeidskrachten. Dit probleem wordt verergerd door spontane groepssluitingen.
De stad heeft momenteel een groot begrotingstekort en kampt dagelijks met de uitdagingen van een tekort aan geschoolde arbeidskrachten. Elke extra zorgdag zou de stad ongeveer 300.000 euro kunnen kosten, en gezien de grote schommelingen in de personeelsbezetting wordt het steeds moeilijker om de zorgsituatie te stabiliseren. Ondertussen roepen de CDU-vertegenwoordigers op tot bevriezing van de premies om de begrotingssituatie niet nog verder te belasten. Gehoopt wordt dat de meerderheid van de Raad met dit voorstel zal instemmen en dat de vergoedingsaanpassingen als gevolg van de inflatie niet zullen worden doorgevoerd.
De vooruitzichten voor de toekomst
De door de SPD beloofde tegenfinanciering van negen miljoen euro is nog steeds stoffig, aangezien details pas na het zomerreces zullen worden gepubliceerd. De SPD beschouwt het vrijwaren van bijdragen als een belangrijke stap naar meer gelijkheid in het onderwijs en als een maatregel tegen armoede op oudere leeftijd. De Groenen, die aanvankelijk de bijdragen wilden spreiden, vonden het intern moeilijk om deze abrupte verandering te accepteren, maar de beslissing is nu genomen.
Over het geheel genomen hangt de toekomstige ontwikkeling van de kinderopvang in Osnabrück af van complexe financiële en personele overwegingen. De regering kreeg ook de opdracht om tegen 2026 modellen voor rijke families te onderzoeken om ervoor te zorgen dat de vrijstelling van bijdragen geen permanent financieel fiasco voor de stad wordt. De druk om een verantwoorde en op behoeften gebaseerde oplossing te vinden is groot, en de komende maanden zullen uitwijzen hoe de verantwoordelijken deze uitdagingen zullen aangaan.